Diverticulitis

Op de afdeling spoedeisende hulp is bij u diverticulitis vastgesteld. 

Hier leest u:

  • Wat diverticulitis is,
  • Wat de oorzaak van een diverticulitis is,
  • Wat u zelf kunt doen bij een diverticulitis,
  • Wanneer u contact moet opnemen met een arts.

Wat is diverticulitis?

Een divertikel is een kleine uitstulping in de wand van de dikke darm. Divertikels ontstaan meestal alleen bij mensen die ouder zijn dan 40 jaar en geven vaak geen klachten. Wanneer zo’n divertikel ontstoken raakt, noem je dit diverticulitis. Diverticulitis kan buikpijn, koorts, misselijkheid en veranderingen in de stoelgang veroorzaken. De behandeling bestaat uit pijnstilling met paracetamol 1000 mg 4 keer per dag. Om verstopping te voorkomen wordt een vezelrijk dieet aanbevolen. Antibiotica zijn meestal niet nodig bij een diverticulitis. 

Wat is de oorzaak?

Waarschijnlijk ontstaan divertikels op zwakke plekken in de wand van de darm. Als de druk in de darmen te hoog wordt gaan deze uitstulpen. De druk kan hoog worden door bijvoorbeeld een verstopping in de darm of door weinig bewegen. Daardoor blijft er harde poep langere tijd in de darm zitten. Dit geeft druk op de wand van de darm. 

Waardoor divertikels gaan ontsteken is niet duidelijk. Wel is bekend dat de kans op ontsteking toeneemt bij:

  • Roken
  • Weinig beweging
  • Vezelarm dieet en veel vlees eten
  • Overgewicht
  • Bepaalde medicijnen (zoals ibuprofen, diclofenac, naproxen, morfine, tramadol en prednison) 

 

Wat kunt u zelf doen?

Diverticulitis gaat meestal vanzelf over. Hier zijn enkele tips om te helpen tijdens het herstel:

  • Het is belangrijk om tijdens uw herstel uw klachten goed in de gaten te houden. We raden u aan om elke dag uw temperatuur te meten.
  • Drink voldoende water of thee (2 liter per dag)
  • Eet een vezelrijk dieet (25 tot 30 gram vezels per dag). Kijk bijvoorbeeld op de website van het Voedingscentrum. Hier kunt u opzoeken hoeveel vezels er in verschillende soorten eten zit. Ook staan er adviezen over gezonde maaltijden.
  • Gebruik als pijnstilling paracetamol 1000 mg 4 keer per dag
  • Blijf voldoende in beweging door bijvoorbeeld te wandelen (1 uur per dag)
  • Neem tussendoor ook voldoende rust 
  • Gebruik een laxeermiddel om de poep zacht te houden, zoals psylliumvezels, lactulose of movicolon bij harde en droge poep. 

Wanneer contact opnemen met een arts?

Neem contact op met de dokter bij de volgende klachten:

  • Toename van buikpijn ondanks gebruik van een pijnstiller
  • Koorts (hoger dan 38,5 graden)
  • Braken
  • Bloed bij de ontlasting
  • Suffer worden

Meer informatie?

Voor meer informatie verwijzen wij u naar de Spoedeisende Hulp waar u behandeld bent of uw huisarts.

Nierstenen

U bent op de Spoedeisende Hulp (de SEH) geweest vanwege klachten die passen bij nierstenen. Van de arts mag u weer naar huis. Op deze pagina kunt u zich verder informeren over wat er gebeurd is en waar nierstenen vandaan komen. Hieronder leest u:

  • Wat de nieren doen en wat nierstenen zijn
  • Wat de oorzaken zijn voor het ontstaan van nierstenen
  • Waarom u klachten kunt krijgen bij nierstenen
  • Hoe de diagnose nierstenen wordt gesteld
  • Wat de behandeling is bij een niersteenaanval
  • Welke adviezen er zijn over eten en drinken bij nierstenen 
  • Welke complicaties er kunnen optreden
  • Wanneer u contact moet opnemen met uw arts

Wat doen de nieren en wat zijn nierstenen?

De nieren hebben onder andere de taak om afvalstoffen uit het bloed te filteren. Deze afvalstoffen verlaten het lichaam via de urine. Beide nieren hebben een nierbekken, een soort trechter waarin de urine zich verzamelt. Vanuit het nierbekken loopt de urine via de urineleider naar de blaas. Vanuit de blaas wordt de urine uitgeplast. 

Nierstenen kunnen ontstaan wanneer er veel afvalstoffen (zouten en mineralen) in de urine zitten. Deze stoffen kunnen kleine kristallen vormen die samenklonteren tot kleinere of grotere steentjes. Nierstenen kunnen zowel in de nieren zelf als in de urineleiders ontstaan. Als ze in de nieren ontstaan noemen we de steentjes nierstenen; als ze in de urineleiders ontstaan noemen we ze ureterstenen. Voor het gemak gebruiken we hierna alleen de naam nierstenen.

Nierstenen zijn meestal klein maar kunnen ook groter zijn. Kleinere niersteentjes worden meestal uitgeplast, maar soms blijft een wat groter steentje in de urineweg steken. We noemen de pijnklachten die dat veroorzaakt een niersteenaanval. Vanwege die pijn bent u naar de Spoedeisende Hulp gekomen.

Nierstenen komen vaker voor. Ongeveer 1 op de 20 mensen krijgt gedurende het leven last van nierstenen. Dat gebeurt voornamelijk in de leeftijd van 30-50 jaar en komt 3x vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Mensen waar bij meerdere familieleden nierstenen hebben, hebben een grotere kans op het krijgen van nierstenen. Ook mensen die zelf in het verleden al eens nierstenen hebben gehad, hebben een verhoogde kans op het opnieuw ontwikkelen van nierstenen. Deze kans is 50% na 5-10 jaar en 75% na 20 jaar.

Wat kan veroorzaken dat u nierstenen krijgt?

 Nierstenen kunnen makkelijker ontstaan: 

  • Als u te weinig drinkt (drink minstens 3 liter vocht per dag)
  • Als u bent uitgedroogd, bijvoorbeeld door diarree
  • Als u overmatig zweet
  • Als u een urineweginfectie hebt (of recent heeft gehad)
  • Bij afwijkingen van de urinewegen en bij sommige aangeboren afwijkingen
  • Als er bepaalde zouten in het lichaam aanwezig zijn
  • Als u bepaalde medicijnen gebruikt
  • Als u veel eiwitten eet (voornamelijk veel vlees)
  • Als u veel zout aan uw eten toevoegt

Waarom krijgt u klachten bij nierstenen?

De urineleider is een dun buisje waarvan de wand uit spiertjes bestaat die de urine naar de blaas helpen te duwen. Als er een wat groter niersteentje in de urineleider terecht komt proberen de spiertjes dat steentje naar de blaas te persen. Dit kan heftige pijn geven. Deze heftige pijn komt in aanvallen, omdat de spiertjes uitgeput raken en de pijn dan weer even afzakt. Zo’n pijnaanval wordt ook wel een niersteenkoliek genoemd. Bij zo’n pijnaanval is iemand onrustig en weet vaak geen houding meer te vinden die comfortabel is. Ook kan iemand tijdens een pijnaanval misselijk zijn of braken. 

Doordat het steentje de binnenwand van de urineleider een beetje beschadigt zit er vaak wat bloed in de urine. Dat bloed is niet altijd met het blote oog zichtbaar. Daarom wordt op de SEH of door de huisarts urineonderzoek verricht. 

Een niersteen kan de urineleider gedeeltelijk of volledig blokkeren. Hierdoor kan de urine niet makkelijk doorstromen. De nier kan de urine niet makkelijk kwijt, waardoor er een verhoogde druk in de nier ontstaat, ook wel stuwing genoemd. Hierbij kan er druk of pijn in de flank of onderrug ontstaan. Ook kan iemand misselijk zijn of moeten braken. 

 Nierstenen die wat verder in de urinebuis blijven steken kunnen ook plasklachten geven, zoals vaak kleine beetjes plassen of een continue aandrang om te plassen. 

Niet alle nierstenen geven klachten. Kleinere steentjes verlaten vaak zonder veel klachten via de urine het lichaam.

Hoe wordt de diagnose nierstenen gesteld?

De diagnose nierstenen wordt meestal gesteld op basis van de karakteristieke klachten die iemand heeft (niersteenkoliek) in combinatie met bloed in de urine.

Bij een verdenking op een niersteen op basis van de klachten en het urineonderzoek, kan de diagnose bevestigd worden wanneer het steentje spontaan via de urine het lichaam verlaat of door middel van radiologisch onderzoek. Radiologisch onderzoek (een echo van de buik of een CT-scan) is niet altijd nodig. Dit kan wel gedaan worden bij aanhoudende en terugkerende klachten of bij een vermoeden van stuwing van de nier. Dit is bij een eerste pijnaanval niet altijd direct nodig omdat het overgrote deel van de nierstenen (85-95%) zo klein is dat ze binnen twee maanden na een aanval spontaan worden uitgeplast.

Wat is de behandeling bij een niersteenaanval?

Als u op de Spoedeisende Hulp komt vanwege een niersteenaanval, wordt gestart met pijnstillers. Tijdens uw verblijf op de SEH worden deze meestal via een infuus gegeven. Bij ontslag schrijft de arts een recept voor medicijnen voor u voor, meestal een combinatie van paracetamol met een NSAID (diclofenac of naproxen). Naast het verminderen van de pijn tijdens een koliekaanval zorgen de pijnstillers dat de spieren rond de urinewegen ontspannen, wat de kans op het spontaan uitplassen van de steen vergroot. 

Een ander medicijn dat kan worden voorgeschreven om de urineleider wat meer te ontspannen is tamsulosine. Geadviseerd wordt dit medicijn dagelijks te gebruiken tot u de steen heeft uitgeplast. 

Om goed in de gaten te kunnen houden of de steen via de urine uw lichaam heeft verlaten en om later de samenstelling van de steen te kunnen onderzoeken, adviseren we om uw urine te zeven. U kunt de steen opvangen door direct door een zeefje, koffiefilter of panty te plassen of door de urine eerst op te vangen in een potje en later te zeven. De gevonden steentjes moet u dan bewaren en bij de huisarts of uroloog afgeven. 

De huisarts of uroloog kan laten onderzoeken uit welke stoffen de steen bestaat. Afhankelijk van de samenstelling van de steen kan de kans op het ontstaan van een nieuwe steen in de toekomst mogelijk door dieetadviezen worden verkleind.

Omdat veel nierstenen spontaan worden uitgeplast, wordt meestal een zogeheten ‘afwachtend beleid’ gehanteerd, wat betekent dat er niet meteen ingegrepen wordt. Bij oncontroleerbare pijn ondanks de pijnstillers of bij aanhoudende klachten, is het soms uiteindelijk noodzakelijk om de steen middels vergruizing of een operatie te verwijderen.

Adviezen over eten en drinken bij nierstenen

Drinkadviezen: Bij aanwezigheid van nierstenen wordt geadviseerd om normaal te drinken. Geschikte dranken zijn kraanwater, mineraalwater, suikervrije frisdranken en vruchtensappen. Vruchtensappen bevatten bestanddelen zoals kalium en citraat die een remmende werking hebben op kristalvorming in de nier.

Een speciaal dieet bij een niersteenaanval is niet noodzakelijk. Na analyse van een uitgeplaste of verwijderde niersteen kan de huisarts of uroloog u soms adviseren een natrium-, oxalaat- of diereiwit-beperkt dieet te volgen om de kans op het opnieuw ontwikkelen van stenen te verkleinen. Uw arts kan u hier verder over informeren. 

Welke complicaties kunnen er optreden?

Nierstenen geven een verhoogde kans op een urineweginfectie (een blaasontsteking of infectie van de urineleiders). Dit komt omdat de binnenwand van de urineleider door het steentje wat kan beschadigen. De kans hierop is ongeveer 3-12%. In een enkel geval (ongeveer 1% van de gevallen) breidt de urineweginfectie zich uit naar het bloed en ontstaat ook koorts. 

Zoals eerder genoemd kan er stuwing van de nier optreden. Dit kan een aanhoudende druk of pijn in de flank geven. Bij langdurige stuwing van de nier (meer dan twee weken) bestaat er een kans op nierfunctieverlies. Het is daarom belangrijk om bij aanhoudende klachten uw huisarts te raadplegen (zie onder).

Wanneer moet u contact opnemen met uw arts?

Neem bij de volgende klachten contact op met uw arts:

  • als de pijnstillers onvoldoende helpen,
  • als u tijdens of na de niersteenaanval koorts krijgt,
  • als u aanhoudend pijn heeft bij het plassen of niet meer kunt plassen.
  • Als u druk of pijn voelt in de flanken en daarbij misselijk bent of moet braken 

Meer informatie?

Voor meer informatie verwijzen wij u naar de Spoedeisende Hulp waar u behandeld bent of uw huisarts.

Maagklachten

U bent voor onderzoek op de spoedeisende hulp geweest omdat u buikklachten heeft. De arts heeft u onderzocht en geconstateerd dat uw klachten kunnen passen bij maagklachten. Hier leest u:
  • Hoe de maag werkt
  • Wat mogelijke oorzaken voor maagklachten zijn
  • Wat u zelf kunt doen
  • Wat de belangrijkste adviezen zijn
  • Bij welke klachten u contact moet opnemen met uw (huis)arts

Hoe werkt de maag?

Het voedsel dat wij eten gaat via de mond en de slokdarm naar de maag. De maag is een belangrijk orgaan voor de spijsvertering en ligt in de bovenbuik. De maag helpt om het voedsel fijn te malen. De maag maakt ook sappen aan (maagzuur) en mengt deze met het voedsel. Het maagzuur helpt zo met de vertering van voedsel en doodt eventuele bacteriën. De slokdarm en de maag worden door een sluitspier van elkaar gescheiden. Deze sluitspier zorgt er voor dat maagzuur niet vanuit de maag terug de slokdarm in kan lopen.

Wat zijn mogelijk oorzaken van maagklachten?

Er zijn verschillende oorzaken waarom u last van de maag kunt hebben. Eén daarvan is maagzuurbranden. Hierbij sluit de sluitspier tussen de slokdarm en de maag onvoldoende, waardoor de zure inhoud van de maag terug in de slokdarm komt. Hierdoor kunnen klachten van bijvoorbeeld een branderig gevoel ervaren worden. Bij platliggen nemen de klachten dan vaak toe. Ook overgewicht, zwangerschap of drukverhogende momenten, zoals hoesten en persen, kunnen ervoor zorgen dat iemand meer klachten heeft van maagzuurbranden. Dit komt omdat de sluitspier van de maag door de hoge druk minder goed kan sluiten.

Een andere oorzaak van maagklachten kan irritatie of overgevoeligheid van de maag zijn. Sommige medicijnen zoals de pijnstillers ibuprofen, diclofenac en naproxen, maar ook bepaalde antibiotica en antidepressiva kunnen voor deze irritatie zorgen. Verder hebben sommige soorten voeding, zoals koolzuurhoudende dranken, scherpe kruiden en zuur eten, invloed op het krijgen van maagzuurklachten. Ook kunnen roken en het drinken van alcohol de klachten van maagpijn en/of zuurbranden verergeren. Tot slot kunnen ook psychische problemen, zoals veel stress, angst en depressiviteit zorgen dat iemand meer klachten ervaart van maagpijn.

Wat kunt u zelf doen?

  • Vermijd scherp gekruid eten, zuur eten, koffie, koolzuurhoudende dranken. Deze voedingmiddelen zorgen ervoor dat de sluitspier van de maag naar de slokdarm minder goed sluit, waardoor zuur de slokdarm in kan lopen.
  • Indien u vooral ‘s nachts klachten heeft bij platliggen kunt u proberen een andere slaaphouding te zoeken door het hoofdeind iets omhoog te brengen. Hierdoor is de kans kleiner dat het maagzuur in de slokdarm terecht komt, omdat de zwaartekracht hierbij meehelpt.
  • Stoppen of verminderen van roken en alcoholgebruik kan zinvol zijn. Deze middelen zorgen namelijk voor verslapping van de sluitspier tussen de slokdarm en de maag. Ook zorgen zij ervoor dat het maagslijmvlies geïrriteerd raakt.
  • Vermijd zoveel mogelijk angst- en stress-situaties, omdat dit de klachten kan verergeren. Hierbij kunt u hulp inschakelen van uw huisarts.
  • Als u maagklachten heeft na het gebruik van medicatie, overleg dan met de huisarts of een maagbeschermer nodig is. Veel medicatie waaronder veel pijnstillers kan immers maagklachten geven.

Wat zijn de belangrijkste adviezen?

  • Vermijd roken, alcohol, koolzuurhoudende dranken en kruidig of zuur voedsel.
  • Vermijd het gebruik van pijnstilling van het type ‘NSAID’, zoals ibuprofen (Advil), naproxen (Aleve) en diclofenac (Voltaren).
  • Het kan helpen om ’s nachts met het hoofdeinde omhoog te slapen.
  • Probeer af te vallen indien u te zwaar bent, schakel indien nodig hulp in van uw huisarts of een diëtiste.
  • Probeer stress te verminderen, dit kan eventueel met behulp van uw huisarts.

Bij welke klachten moet u contact opnemen met uw (huis)arts?

  • Als u klachten houdt ondanks het opvolgen van bovenstaande adviezen.
  • Als de klachten blijven aanhouden ondanks dat u al een maagbeschermer gebruikt.
  • Bij toename van pijn in de bovenbuik.
  • Bij klachten van bloedbraken en of zwarte stinkende plakkerige ontlasting.
  • Als u in korte tijd onbedoeld en zonder aanwijsbare oorzaak meer dan vijf kilo gewicht bent verloren.

Meer informatie?

Voor meer informatie verwijzen wij u naar de Spoedeisende Hulp waar u behandeld bent of uw huisarts.

Darmproblemen bij acute buikpijn

U bent voor onderzoek op de Spoedeisende Hulp geweest vanwege buikklachten. De arts heeft geen oorzaak gevonden die directe behandeling nodig heeft. De klachten kunnen verschillende oorzaken hebben, zoals een moeilijke stoelgang. Hier leest u:

  • wat de belangrijkste adviezen zijn,
  • hoe de darmen werken,
  • wat mogelijke oorzaken zijn van problemen met de stoelgang
  • tips voor thuis,
  • bij welke klachten u contact moet opnemen met uw (huis)arts.

Wat zijn de belangrijkste adviezen?

  • Gebruik voeding met 30-40 gram voedingsvezels per dag,
  • Drink per dag 1,5-2 liter vocht (water, koffie of thee), goed verdeeld over de dag,
  • Sla geen maaltijd over en eet regelmatig.
  • Zorg voor voldoende lichaamsbeweging,
  • Negeer de aandrang om naar het toilet te gaan niet en luister naar uw darmen.

Hoe werken de darmen?

De darmen zijn een belangrijk deel van het spijsverteringsstelsel, dat zorgt voor de vertering van voedsel. De darmen bestaan uit de dunne darm en de dikke darm. In de dunne darm worden spijsverteringssappen toegevoegd aan het voedsel. Dit helpt bij de vertering en opname van voedingsstoffen. Vervolgens wordt het voedsel via de dunne darm naar de dikke darm vervoerd. De dikke darm haalt water en zouten uit de restanten tot er ontlasting overblijft. Deze wordt door de dikke darm naar de endeldarm geduwd. Als de endeldarm vol is, krijgt u aandrang en moet u naar het toilet.

Wat zijn mogelijk oorzaken van problemen met de stoelgang?

  • Voedselgewoontes: We eten steeds meer kant-en-klaarproducten en minder brood, aardappelen, groenten en fruit. Hierdoor krijgen we minder voedingsvezels binnen, die belangrijk zijn voor een goede werking van de darmen.
  • Leefpatroon: Weinig beweging en een onregelmatig eetpatroon kan ook bijdragen aan problemen van de stoelgang. Ook wordt niet altijd op tijd naar het toilet gegaan.
  • Ziekten en medicijngebruik: Sommige aandoeningen en medicijnen kunnen problemen met de stoelgang veroorzaken, zoals morfine, ijzertabletten en antibiotica. Bespreek met uw arts of uw medicatie aangepast kan worden.

Wat kunt u zelf doen voor een goede stoelgang?

  • Neem voldoende voedingsvezels: Eet 30-40 gram vezels per dag. Vezels komen alleen voor in plantaardige producten en helpen de darmen goed te functioneren. Bouw de hoeveelheid vezels geleidelijk op.
  • Drink minimaal 1,5-2 liter vocht per dag: Vezels hebben vocht nodig om goed te functioneren. Twee liter vocht betekent ongeveer 10 tot 12 glazen per dag. Bij warm weer of bij ziekte hebt u extra vocht nodig.
  • Zorg voor een stevig ontbijt: Eet een stevig ontbijt om de darmen te stimuleren, zoals 2 volkoren boterhammen en 2 glazen drinken of yoghurt met muesli.
  • Zorg voor voldoende lichaamsbeweging: Beweging helpt de darmen goed te functioneren. Probeer minimaal 150 minuten per week actief te zijn door bijvoorbeeld te wandelen, fietsen of zwemmen.
  • Negeer aandrang niet: Ga naar het toilet als u aandrang voelt en neem de tijd. Het negeren van aandrang kan leiden tot moeilijkere stoelgang.
  • Laxeermiddelen: Gebruik geen laxeermiddelen zonder overleg met uw arts. Ze lossen de oorzaak van verstopping niet op en kunnen de darmen verstoren bij veelvuldig gebruik.

Wat kunt u zelf doen bij diarree?

  • Probeer de oorzaak van de diarree te vinden en te verhelpen.
  • Vul het vochtverlies aan door veel te drinken, zoals thee, bouillon, limonade, (tomaten)sap of melkproducten.
  • Bij aanhoudende diarree kunt u vezelrijke voeding (zoals volkoren producten) gebruiken. De vezels helpen om de ontlasting steviger te maken.

Wanneer contact opnemen met een (huis)arts?

  • Bij koorts (hoger dan 38 graden), aanhoudende of toenemende klachten van de buikpijn.
  • Bij diarree, als u niet genoeg kunt drinken.

Meer informatie?

Voor meer informatie verwijzen wij u naar de Spoedeisende Hulp waar u behandeld bent of uw huisarts.

Blaasontsteking

Bij u is een blaasontsteking vastgesteld op de spoedeisende hulp.
Hieronder leest u:

  • wat een blaasontsteking is,
  • wat de klachten van een blaasontsteking zijn,
  • wat u zelf kunt doen bij een blaasontsteking,
  • wanneer u contact op moet nemen met een arts.

Wat is een blaasontsteking?

Een blaasontsteking is een ontsteking van het slijmvlies in de blaas. Het wordt meestal veroorzaakt door bacteriën uit de darmen, vaak de E. coli bacterie. Ook schimmels kunnen een blaasontsteking veroorzaken. Omdat vrouwen een kortere plasbuis hebben, krijgen zij vaker een blaasontsteking dan mannen.

Het risico op een blaasontsteking is hoger bij zwangerschap, diabetes, obstipatie, nierstenen en oudere leeftijd.

Meestal krijgt u antibiotica voorgeschreven om de blaasontsteking te behandelen. Het is belangrijk om de hele kuur af te maken.

Wat zijn de klachten?

Bij een blaasontsteking kunt u de volgende klachten hebben:

  • Vaker moeten plassen
  • Kleine beetjes plassen
  • Pijn bij het plassen
  • Soms bloed in de urine
  • Stinkende urine
  • Buikpijn en misselijkheid

Als u ook pijn in uw rug heeft, kan de infectie in de nieren zitten. Dit heet een nierbekkenontsteking.

Wat kunt u verder zelf doen?

  • Drink voldoende water.
  • Tegen de pijn kunt u Paracetamol gebruiken (4 keer per dag 1000 mg).
  • Stel naar het toilet gaan niet uit en plas goed uit.
  • Vrouwen moeten na de seks goed uitplassen om de kans op een blaasontsteking te verkleinen.
  • Goede toilethygiëne is belangrijk: veeg bij het schoonmaken van de schaamlippen met toiletpapier van voor naar achteren.

Wanneer contact opnemen met een arts?

Neem contact op met een arts als u:

  • Koorts krijgt of uw koorts stijgt.
  • Na de antibioticakuur nog klachten heeft.
  • Pijn in uw rug krijgt, dit kan een teken zijn van een nierbekkenontsteking.
  • Bloed plast met stolsels of niet meer kunt plassen.

Meer informatie?

Voor meer informatie verwijzen wij u naar de Spoedeisende Hulp waar u behandeld bent of uw huisarts.

Galstenen

U bent op de Spoedeisende Hulp geweest vanwege galstenen. U mag weer naar huis van de arts. Hier leest u:

  • wat galstenen zijn,
  • hoe galstenen kunnen ontstaan,
  • wanneer galstenen klachten kunnen geven,
  • welke complicaties er kunnen optreden,
  • hoe de diagnose galstenen kan worden gesteld,
  • welke voedingsadviezen belangrijk zijn,
  • bij welke klachten u contact moet opnemen met uw (huis)arts.

Wat zijn galstenen?

Galstenen zijn harde stukjes die ontstaan uit cholesterol in de galblaas of galwegen. Ongeveer 10% van de mensen in westerse landen heeft galstenen, maar de meeste mensen hebben geen klachten. Galstenen kunnen problemen veroorzaken als ze de galvloeistof blokkeren, wat kan leiden tot hevige buikpijn, ook wel galsteenkolieken genoemd.

De galblaas is een klein peervormig zakje van 8 tot 10 centimeter lang, dat aan de rechterkant van het lichaam bij de lever ligt. De lever maakt galvloeistof aan en slaat deze op in de galblaas. Na het eten knijpt de galblaas samen en komt de galvloeistof in de dunne darm, waar het helpt bij de vertering van vetten. Een mens kan goed zonder galblaas leven, omdat de galvloeistof dan direct van de lever naar de dunne darm gaat.

Galvloeistof bevat galzouten, die vetten in kleine druppeltjes verdelen zodat ze beter verteerd kunnen worden. Het bevat ook bilirubine, dat de ontlasting zijn kleur geeft. Als bilirubine niet goed kan wegvloeien, kan de huid en het oogwit geel kleuren, en kan de ontlasting grauw worden. Cholesterol in de galvloeistof wordt via de gal uit het lichaam verwijderd.

Hoe ontstaan galstenen?

Het is niet precies bekend hoe galstenen ontstaan, maar we weten dat galvloeistof soms te dik wordt. Dan ontstaan kleine kristallen die samenklonteren en galstenen vormen. Galstenen kunnen ontstaan door overgewicht, snel afvallen, vrouwelijke hormonen of het gebruik van de pil.

Wanneer geven galstenen klachten?

Galstenen kunnen klachten geven als ze de doorgang van galvloeistof blokkeren. Dit gebeurt als galstenen in de galblaas of galwegen zitten en de doorstroming blokkeren. Dit kan hevige pijn geven in de rechter bovenbuik, die één tot vier uur kan duren en dan langzaam wegzakt. Deze pijn kan samen gaan met misselijkheid, braken en geelzucht. De pijn komt meestal na een vette maaltijd. Andere symptomen van galstenen zijn een vol gevoel, boeren, winderigheid en het niet goed verdragen van vet.

Welke complicaties kunnen er optreden?

Als galstenen vast blijven zitten, kunnen de volgende complicaties ontstaan:

  • Een ontsteking van de galblaas, wat kan leiden tot plotseling ziek worden of langdurige, minder hevige pijn.
  • Een ontsteking van de galwegen, als een steen de galwegen blokkeert. Dit kan geelzucht en ontstekingen veroorzaken.
  • Een acute ontsteking van de alvleesklier, wat kan gebeuren als een galsteen vast zit bij de papil van Vater, waar de afvoergang van de alvleesklier samenkomt met de galwegen en de twaalfvingerige darm.

Hoe kan aanwezigheid van galstenen worden aangetoond?

De diagnose galstenen kan meestal worden gesteld op basis van de klachten (galsteenkoliek) en een echo van de buik. Galstenen in de galwegen kunnen worden opgespoord en verwijderd met een ERCP-onderzoek (Endoscopisch Retrograde Cholangio- en Pancreaticografie). Dit is een kijkonderzoek waarbij de arts met een camera via de maag en twaalfvingerige darm de galwegen onderzoekt.

Wat is de behandeling van galstenen?

De meest effectieve manier om galstenen te behandelen is door de galblaas te verwijderen. Dit gebeurt meestal niet direct tijdens het eerste bezoek aan de Spoedeisende Hulp. Daarom krijgt u eerst pijnstillers om de pijn te verlichten. De arts zal u hierover advies geven.

Vroeger kregen mensen met galstenen een dieet met veel beperkingen, zoals weinig vet eten. Maar uit onderzoek is gebleken dat zo’n dieet weinig helpt. Wat wel belangrijk is, is gevarieerd eten om nieuwe galstenen en klachten te voorkomen.

Misschien heeft u al veel voedingsmiddelen weggelaten omdat u denkt dat ze de klachten veroorzaken. Het risico hiervan is dat uw voeding niet meer alle voedingsstoffen bevat die uw lichaam nodig heeft. Het is beter om uit te zoeken welke voedingsmiddelen bij u klachten geven.
Verminder deze geleidelijk totdat u geen last meer heeft. Als u zelfs bij een kleine hoeveelheid klachten krijgt, kunt u deze voedingsmiddelen tijdelijk vermijden. Probeer ze na een tijdje weer in kleine hoeveelheden te eten, omdat het mogelijk is dat u ze later wel weer verdraagt.

Wanneer contact opnemen met een arts?

  • Als u koorts heeft (hoger dan 38 graden).
  • Als de pijn blijft aanhouden, ook na het innemen van de pijnstillers.

Meer informatie?

Voor meer informatie verwijzen wij u naar de Spoedeisende Hulp waar u behandeld bent of uw huisarts.